De collectie 20e eeuwse beeldende kunst bevat een kleine collectie experimentele film (circa 40 stuks) en videowerken (circa 250 stuks). Deze deelcollectie omvat autonome films, videowerken, multimedia-installaties, registraties van performances en documentair videowerk (bijvoorbeeld interviews met kunstenaars of educatieve begeleiding bij tentoonstellingen).
De collectie film en videowerken beslaat 25 jaar Nederlandse film- en videokunst (inclusief werk van buitenlandse kunstenaars die in Nederland werkzaam zijn). Ze geeft een representatief overzicht van de ontwikkelingen in de Nederlandse film en videokunst van de jaren 70 tot begin jaren 90. De collectie bevat werken van enkele pioniers van de Nederlandse film en videokunst: Livinus en Jeep van der Bundt, Ben d’Armagnac, Bas Jan Ader, Peter Struycken en Miguel-Ángel Cárdenas. Het zwaartepunt van de collectie betreft werk uit de jaren 80. Het gaat dan om werk van onder meer Abramovic/Ulay, Lydia Schouten, Hooykaas/Stansfield, Servaas en Pink. Plus films van Christine Koenings, Marja Samson en Ansuya Blom.
De laatste werken zijn de multimedia-installaties die in 1990 door de Rijksdienst Beeldende Kunst (RBK) zijn verworven voor de reizende tentoonstelling Imago, Fin de siècle in Dutch Contemporary art. Deze tentoonstelling heeft gedurende 2 jaar de wereld rondgereisd onder begeleiding van het Nederlands Instituut van Mediakunst. Ze bevatte naast installaties van eerder genoemde kunstenaars ook installaties van Jeffrey Shaw, Nol de Koning, Giny Vos en Ricardo Füglistahler. Via de successieregeling verwierf de Staat in 2007 de films van Bert Haanstra. Hieronder bevinden zich de klassiekers Glas en Fanfare. Deze films worden beheerd door Beeld en Geluid in Hilversum.